De energofielen

bekaert

Alternatieve energieën zoals warmtepompen, ventilatie met warmterecuperatie, zonnecollectoren, warmtekrachtkoppelingen en fotovoltaïsche zonnepanelen winnen aan belang. Redenen te over: de evolutie naar een duurzame economie, de stijgende energieprijzen, de noodzaak tot vermindering van de broeikasgassen en de financiële ondersteuning door de overheid om de klant effectief de stap naar energiebesparing te laten zetten. De installateurs hebben dit goed begrepen en passen zich aan deze spectaculair stijgende vraag aan. Eén belangrijk aandachtspunt voor de overheid bij het invoeren van nieuwe regels en wetten: herleid de administratieve taken voor de installateur tot het strikt noodzakelijke! Dit alles blijkt uit de jongste enquête van Bouwunie, de bij Unizo aangesloten Unie van het KMO-bouwbedrijf, bij 205 installateurs van sanitair en centrale verwarming.

Bouwunie organiseert elk jaar een sectorbevraging van de installateurs (zowel leden als niet-leden). Dit laat toe te peilen naar hun bekommernissen, pluspunten en uitdagingen, én deze ook te vergelijken met voorgaande jaren. Opvallend in de huidige analyse is de sterk toegenomen interesse in nieuwe technieken en hernieuwbare energieën. De meeste installateurs hebben hun aanbod van installaties aangepast aan de van kracht zijnde wetgevingen en tendenzen van duurzaam bouwen en renoveren. Naast het installeren van condensatieketels (99% van de ondervraagde installateurs doet dat) en sanitair (94%) zijn velen ook actief in de installatie of plaatsing van ventilatietechnieken (54%), airco (32%), elektriciteit (22%) en/of domotica (9%). Ondanks hun nog eerder voorzichtige houding over de heropleving van de economie, verwachten de installateurs duidelijk een toename van het aantal opdrachten in het segment van de energiebesparende maatregelen. Zowel de installaties van condensatieketels, als van fotovoltaïsche zonnepanelen, zonneboilers, warmtepompen en ventilatiesystemen zitten in de lift. De klanten geven aan dat hun interesse in energiebesparing vooral geïnspireerd is door hun portemonnee. Centen besparen, via een premie, belastingvermindering of een andere subsidie én op langere termijn via een lagere energiefactuur, is nog altijd het meest doorslaggevende argument om de klant over de duurzaamheidsstreep te trekken. Bij 90% van de installateurs vraagt meer dan een kwart van de consumenten spontaan naar de belastingvermindering voor de installatie van een condensatieketel, zonneboiler, warmtepomp of thermostatische kranen. Bij 54% van de installateurs gaat het zelfs om meer dan 75% van het klantenbestand. De belastingvermindering voor het onderhoud van de stookinstallatie is ondertussen beter bekend bij de klanten en levert de installateurs extra werk op (volgens 41% van de installateurs nu tegenover maar 18% vorig jaar). Door de belastingvermindering heeft de onderhoudstechnicus een bijkomend argument om zijn klant te overtuigen van het belang en het nut van een degelijk en periodiek onderhoud van zijn verwarmingsinstallatie, zowel voor het milieu (minder uitstoot) als voor zijn veiligheid (preventie CO-vergiftiging) als voor zijn of haar portemonnee (lager verbuik).

Vanuit Europa klinkt de roep steeds luider om het plaatsen en onderhouden van alternatieve energieinstallaties zoals warmtepompen, ventilatie met warmterecuperatie, zonnecollectoren, warmtekrachtkoppelingen en pv-panelen, in regels te gieten en ondermeer certificaties te voorzien voor de producten en de installatiebedrijven. Voor de installatiebedrijven zou de naruk vooral op scholing en een degelijke uitvoering van de werken komen te liggen. Het idee op zich is wel goed. Een dergelijke wetgeving en erkenning biedt voordelen tegen het zwartwerk. Het verhoogt de vakkennis binnen het bedrijf en betekent een commerciële meerwaarde. Maar de meerderheid van de installateurs ziet een verhoging van de administratieve taken die dergelijke bijkomende regels meebrengen, niet zitten. De jaar na jaar toenemende stroom van administratieve taken voor het installatiebedrijf is een oud zeer. De resultaten spreken voor zich. Het gros van de installateurs dient 20 tot 30% van zijn of haar professionele tijd te besteden aan administratieve verplichtingen. Een groep van 21% zegt zelfs dat ze 40% van hun tijd doorbrengen achter hun bureau, terwijl hun corebusiness op de werf ligt. Bovenop het opmaken van offertes, facturen, bestellingen, planningen en andere “normale” administratieve werken, is er een steeds groter wordend pakket aan administratieve taken dat de overheid aan de installateurs oplegt. Denken we hierbij aan: de btw-attesten, attesten voor energiebesparende maatregelen, de onderhouds- en keuringsrapporten, verwarmingsauditrapporten, de oplijstingen van werken voor allerlei overheidsinstanties, de installatieschetsen, conformiteitsrapporten, het doorgeven van gedane werken in het kader van certificeringen en erkenningen, enz. Niet al deze administratieve taken zijn nuttig of doeltreffend. Vandaar dat Bouwunie bij de bevoegde instanties blijft pleiten om de administratieve druk voor de installateurs te herleiden tot het strikt noodzakelijke.

29 september 2010
Bron: Bouwunie